afb.
De aanleiding tot het onderzoek wordt gevormd door de voorgenomen ontwikkeling van een vispassage ter bevordering van de vismigratie vanuit de Maas naar de Dieze. De voorgenomen werkzaamheden omvatten het graven van de passage en het aanleggen van een secundaire waterkering ten zuiden en westen van de passage. De vispassage zal circa 250 m lang worden, de waterkering zal 300 tot 500 m lang worden, afhankelijk van de exacte ligging. De diepte van de vispassage zal circa 3 tot 6 m beneden maaiveld bedragen. Naast deze activiteiten zullen er in het kader van natuurontwikkeling een aantal amfibieenpoelen worden aangelegd. De diepte van deze poelen bedraagt circa 2 tot 3 m beneden maaiveld. Behalve ter plekke van de waterkering en in de noordwest hoek van het terrein wordt het maaiveld rond de poelen en in de zuidwesthoek 1,5 tot 2 m verlaagd. Het hiermee gepaard gaande grondverzet vormt een bedreiging voor de in de ondergrond eventuele aanwezige archeologische waarden. Daarom dient voorafgaand aan deze werkzaamheden archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd in het kader van het traject van Archeologische Monumenten Zorg (AMZ). |
2010 |
Ir. B.A. van der Linden's-Hertogenbosch : Vispassage CrèvecoeurSyntegra-rapport S100280 | 5 november 2010 |